Gears of War | Gamer.nl

Na eerdere trailers deze week is er een derde trailer van No Man's Sky uitgebracht.

Het is zover: Emergence Day is aangebroken. Honderden, zoniet duizenden uren zijn er in gestoken om van Epic's laatste geesteskindje, onder leiding van papa Cliffy B., een knaller van heb ik jou daar te maken. Waar we het over hebben? Gears of mothahfuckin' War natuurlijk, dé exclusieve derdepersoons shooter op de Xbox 360. Of het ze gelukt is om een wereldgame neer te zetten, ach, daar kun je stiekem wel van uit gaan. Belangrijker is de vraag, wáárom is het ze gelukt?

Holy shit! Dat was de eerste gedachte toen we de eerste speelminuten van Gears of War op de X06 meemaakten. De game blies menig journalist haast letterlijk weg en men wist dat het wachten op de volledige versie dan ook een zware taak zou worden. Maar, wees niet getreurd! Gears of War is het wachten zondermeer waard. Wat Epic weet te creëren is niet zomaar een shootertje met weliswaar een kettingzaag in een prominente bijrol, maar een game die het predikaat “next-gen” eindelijk echt, en dan ook écht, met zich mee mag dragen. Het eerste wat in ons opkwam toen we afgelopen week de reviewversie in ontvangst mochten nemen was dan ook weer een zeer gemeende “Holy shit!”. Nou ja, dat maal een factor honderd, eerlijk gezegd.

“Don't mind if I do!”

Dat ligt eigenlijk niet eens zo zeer aan het verhaal. Sterker nog, dat is maar bijzaak. Hoewel er zeker een soort van verhaallijn in Gears of War te vinden is, en deze absoluut niet slecht is, had er nog zoveel meer in kunnen zitten. Kort gezegd speel je Marcus Fenix. Ultieme bada , gespierd, nors uiterlijk, flinke littekens in zijn gezicht en een stem die zelfs de meest verstokte bierzuipende roker niet zo snel kan evenaren. Hoewel het een man van weinig woorden is, weet Marcus toch vaak genoeg met de meest lekkere oneliners en lompe uitspraken te komen. Mi chien iets wat niet iedereen kan waarderen, maar ó wat smullen wij van de attitude van deze marinier die niets liever wil dan een portje vers gesneden Locustvlees. Yep, dat is onze Marcus.

De man van weinig woorden, dit keer mét lange zin

Aan het begin van het spel word je uit de gevangenis gered door je beste buddy van vroeger, de wat positiever ingestelde Dominic Santiago (Dom voor intimi). Men heeft alle hulp nodig om zich te kunnen verzetten tegen de Locust Horde, een plaag van gruwelijke monsters die de nare neiging hebben om vanonder de grond de mensheid te terroriseren, vandaar dat zelfs een ex-bajesklant als Marcus weer terug het leger in mag. Gezamenlijk ga je op pad om als Delta squad een nieuw soort wapen te vinden om de Locust eens en voor altijd te vernietigen. Althans, dat hoop je.

“This is gonna be awesome!”

Verder gaan we niet al te diep erop in, dat kun je zelf beleven, maar eigenlijk doet het verhaal er niet zo toe. Uiteraard, het houdt je zeker bezig en is bij vlagen best goed te noemen, maar daar waar het nou net intere ant begint te worden, eindigt het spel in een ietwat suffe domper. Het verhaal zou je uiteindelijk kunnen zien als een klein deel van dat wat de game nou echt knettervet maakt: de presentatie!

Van links naar rechts: Baird, Cole & Marcus

In het geval van Gears of War moet het gewoon gezegd worden: wat men met Gears of War uit weet te halen is haast een unicum te noemen. Graphics met een kwaliteit waar je U tegen zegt en dat in 30 frames per seconden. Constant! Oké, niet helemaal waar, tijdens de filmpjes, die real-time gerendered worden, wil de framerate nog wel eens inkakken, maar in 99% van de gevallen loopt de game vrijwel vlekkeloos, zelfs in multiplayer.  Dit is iets wat je zelfs bij de grootste (grafische) toppers van de Xbox 360 niet tegenkwam. Het is dus tóch mogelijk.

"Oh, we're having a great time, there's just all these a holes with guns tryin' to kill us up here!"

Maar mooie plaatjes is één ding, dat weet jij, dat weet ik en ook Epic heeft zich dat gerealiseerd. Gelukkig mogen we daarom spreken van een game die naast er uitmuntend uitziet, ook nog eens weergaloos wegspeelt. Zoals je in de preview hebt kunnen lezen, is de A-knop weggelegd voor dat wat Gears of War nou zo onderscheidend maakt: het rennen (inclusief Saving Private Ryan-camera, wat indrukwekkend blijft), vliegen, springen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.

Goed, vliegen zit er helaas niet in, maar wat de rest betreft, dat zul je vaak genoeg moeten doen. Klinkt heel simpel en gelukkig voor ons is dat het ook. Bij vrijwel elk muurtje, hekje, paaltje of ander object wat als potentieel schuilplekje door het leven mag gaan is het mogelijk om dekking te nemen, en vanaf die positie het vuur te openen op de vijandelijke Locust-troepen en, als het even kan, je te beschermen tegen een ernstige vorm van loodvergiftiging.

“Ahhh. Got some on me! Look, I got the cooties!”Mariniers op anabolen mogen natuurlijk niet zonder enig stoer schietgerei op pad en uiteraard is Gears of War geen uitzondering hierop. Knal je in het begin nog met een Locustproppenschieter, eenmaal aangesloten bij Delta Squad krijg je het machtige machinegeweer in de handen gedrukt. Dit wapen is niet zomaar een speeltje, maar heeft naast een ongelofelijk lekkere vuursnelheid nog een ander leuk extraatje, een kettingzaag. Gamers die al wat langer meegaan in het wereldje, kennen allemaal natuurlijk nog wel het moment wanneer je in Doom voor het eerst de kettingzaag op weet te pikken en deze uitprobeert op een nietsvermoedende vijand. Memorabel tot op het bot als je het ons vraagt.

Het mooie is, bij Gears of War is dat gevoel weer helemaal terug, en hoe! Nóg bloederiger, nóg groffer, nóg bruter en vergezeld van heerlijke geluiden, hak je zo menig Locust in elkaar. De kreten die hiermee gepaard gaan maken het feest helemaal af. Mi chien niet iets wat je zou willen laten zien aan je opa en oma, maar voldoening, ja, dat krijg je zeker wel als je met de kettingzaag tekeer gaat. Laten we het zo zeggen: wij doen niets liever.

Ook leuk en minstens zo effectief is de Hammer of Dawn. Denk hierbij aan een soort van kanon dat door middel van satellieten, gepositioneerd in de ruimte, op vijanden kan vuren die jij enige tijd in je vizier hebt staan. Deze “Giant Laser”, zoals Dr. Evil het zou zeggen, weet van wanten en is voornamelijk bedoeld voor de grotere en gevaarlijkere beesten in het spel. Natuurlijk kun je de Hammer of Dawn ook gebruiken op kleinere vijanden, pas dan alleen wel op dat je jezelf niet voor de voeten schiet. En ja, we praten uit ervaring.

"Well, we aren't here to sell cookies, so I'm sure they know something's up."Zo zitten er wel meer van die ontzettende kicka dingetjes in Gears of War, waardoor je het spel nog lang zult herinneren. “Big deal”, zouden de sceptici nu vast roepen, “dat wegduiken heb ik vaker gezien en ook die wapens zijn niet echt bijster origineel”. Wellicht, maar al deze aspecten zijn toch mooi tot in de puntjes uitgewerkt door Epic. De besturing is binnen een paar minuten opgepikt en het springen van muur naar muur is iets wat je na het spelen van Gears of War nooit meer wilt mi en.  

Of neem nou het herladen van je wapen. Waar je in andere games rustig moet afwachten totdat het wapen weer schietklaar is, kun je in Gears door middel van een ‘minigame’ een wapen versneld herladen. Herlaad het wapen op het juiste moment en je ontvangt een bonus. Hierdoor zal het herladen sneller gaan én doet het wapen nog meer schade aan. Ben je te vroeg, of juist veel te laat, dan zal het wapen even blokkeren, wat nadeel op kan leveren en zelfs de dood tot gevolgen kan hebben. Opletten dus, want zeker op de hardcore- en insane-moeilijkheidsgraad is dit herladen cruciaal te noemen.

“There's room for one more. It's a fucking party down here!"Helaas zit er aan al dit moois wel een nadeeltje en dat is dat je het spel in één ruk wil uitspelen, wat jammer genoeg mogelijk is. Gears of War kent namelijk een vijftal acts die in totaal binnen tien uur uitgespeeld kunnen zijn. Dit is dan wel op de casual stand, het laagste niveau. Op ‘hardcore’ en zeker ‘insane’ moet er meer moeite gedaan worden, al zal het nooit zo overdreven moeilijk worden als een Call of Duty 2 op Veteran mode was. Toch heeft Epic nooit beweerd een lang en episch (excuseer de woordgrap) singleplayer avontuur te maken. Hun focus lag op een korte, intense ervaring die in je eentje de moeite waard is, maar eigenlijk met z’n tweeën gespeeld moet worden.

"Such a cute couple. Like two a holes on a first date!"

Dat is iets waar wij het absoluut mee eens zijn. Gears of War in coöperatieve mode, of dat nou in split-screen, system link of via Xbox Live is, is iets wat je gespeeld móet hebben. De tweede speler zal in de voetsporen van Dom treden, terwijl jij als Marcus gewoon rustig verder kunt gaan. Vooral online merk je hoe goed het eigenlijk wel niet gaat. Binnen een halve minuut ben je in een se ie en help je een andere speler de campagne door. Alsof het niets is. En dat in alle grafische glorie, net zoals de singleplayer. Super, zo hoort co-op (en next-gen!) nou te zijn.

Ook de Versus mode, waar we waarschijnlijk in de toekomst nog meer over zullen berichten, staat als een huis. Hoewel je ‘maar’ maximaal potjes van vier tegen vier kunt spelen, blijkt het tactische element nog sterker dan ooit naar voren te komen. Juist door dat geweldige schuilsysteem blijft iedereen bij elkaar en probeert men ook echt er iets van te maken, in plaats van de gemiddelde Team Deatchmatch game waar iedereen eigenlijk voor zichzelf speelt.

De tien uitstekend ontworpen mappen doen niet onder voor de pracht van de singleplayerlevels en zitten leuk in elkaar. Aangezien deze ontwikkeld zijn voor maximaal acht man werden de mappen klein gehouden, wat betekent dat er altijd wel genoeg actie te vinden is. Met actie bedoelen we overigens geen loos geschiet op elkaar, maar een strijd waarin men van muurtje naar muurtje springt en elkaar dekt, om vervolgens de vijand te flanken of zelfs in elkaar te hakken (of uit elkaar te zagen, wat jij wil). Heerlijk vermakelijk, of zoals Marcus het zou zeggen: “SWEET!”


Artikel als favoriet toevoegen
Deel dit artikel

Aanbevolen voor jou