Rod Fergu on, de oud-Epic-ontwikkelaar die nu met zijn weergaloze baard aan het roer staat bij Gears of War 4-ontwikkelaar The Coalition, merkt de fout tijdens zijn presentatie zelf niet eens op. Hij is op dat moment te druk met uitleggen waarom Gears of War 4 zo ogenschijnlijk weinig verschilt van het laatste échte deel.
Zelfs de meest ingrijpende wijzigingen zijn miniem, zo lijkt hij ons te waarschuwen. “Denk aan een zware wereld met intimiderend en grof geweld. Denk aan een horizontale shooter waarin teamwork centraal staat en waarin de wapens een personage an sich zijn,” vervolgt hij. Denk bij Gears of War 4 aan Gears of War 3, denken wij.
En inderdaad. Als we na de presentatie zelf met de Versus-modus aan de slag gaan, oogt en voelt alles als het derde deel. Aan niets is te merken dat niet Epic, maar The Coalition aan het roer van de ontwikkeling staat. Althans, in de multiplayer; we mogen een lange middag in Londen enkel in teamverband doorbrengen in de Versus-modus.
Ongemakkelijk confrontaties opgelost
De wijzigingen vallen niet of nauwelijks op. Neem die ongemakkelijke confrontaties die in Gears of War verkeerden als jij en je vijand tegen hetzelfde object in cover doken: jij aan de voorkant van het object, je tegenstander aan de achterkant. Je zag de bovenkant van zijn hoofd en ademde letterlijk in zijn nek, maar de mechanics van de game maakten het bijna onmogelijk om je tegenstander te raken. Zelfs met blind fire, ook al is je doelwit nog zo dichtbij.
Dergelijke situaties komen in Gears of War 4 niet meer voor. In dit soort situaties kun je in Gears 4 je tegenstander naar je toe trekken of hem (nog harder dan voorheen) in zijn bek trappen terwijl je uit cover duikt. Vervolgens voer je met een druk op de Y-knop een executie uit met de nieuwe combat knives. Als je slachtoffer die move niet tijdig countert, dan ram je een dolk in zijn oogkas.
Of in de hersenpan. Of in het strottenhoofd. Of eerst in de onderkaak, om de dolk daarna richting de strot te trekken. Afijn, je snapt het idee. En alle facties, waaronder de nieuwe Locust-achtige The Swarm, de COG en de Locust, beschikken over eigen combat knives met elk eigen executies.
Ook nieuw maar nauwelijks vernieuwend is een van de nieuwe wapens: de Dropshot. Daarmee schiet je een boorgranaat weg die pas indaalt op het moment dat je de trigger loslaat. Klinkt herkenbaar, want het wapen lijkt erg op de Digger, met als enige verschil dat de explosieve ‘kogels’ van de Digger zich niet door de lucht, maar onder de grond verplaatsten.
Net als de Ink-granaat is de Digger niet meer in Gears of War 4 aanwezig; het zijn organische Locust-wapens, maar de Locust bestaan niet meer na het einde van Gears of War 3. Althans, dat stelt Rod Fergu on. Gek genoeg kunnen we de Locust wél selecteren in de multiplayer…
Nieuw?
Buiten de gameplay om schermt The Coalition met leuke, maar wederom niet bijster verra ende wapenfeitjes.
De game wordt geleverd met tien maps, waaronder het welbekende Gridlock dat debuteerde in Gears of War één. Daarnaast komen er iedere maand, een jaar lang, twee gratis maps uit, die zowel nieuw als oud kunnen zijn. E-sports is daarnaast ‘zeer belangrijk’ voor The Coalition. Nu roept iedere shooter-ontwikkelaar dat tegenwoordig, maar afijn, we geven Gears 4 graag het voordeel van de twijfel omdat de serie vanaf begin af aan zo verweven is met competitive play op de consoles.
Een nieuwe modus maakt het mogelijk om als team van vijf spelers van vlees en bloed online tegen de kunstmatige intelligentie te spelen. Dat moet er volgens The Coalition voor zorgen dat de multiplayer van Gears of War 4 toegankelijker wordt, en je als beginner niet meteen wilt afhaken omdat je vijf achtereenvolgende keren in je hoofd bent gepompt door een Franse tiener met een shotgun.
Die bots bestaan ditmaal uit verschillende persoonlijkheden in plaats van eenheidsworsten. Vijanden kunnen individueel gespecialiseerd zijn, bijvoorbeeld in langeafstand choten, een rol als support of als shotgunfanaat. Overigens werd de ontwikkelaar min of meer tot die keuze gedwongen: de game draait op Unreal Engine 4, waardoor de oude AI-code, geschreven voor Unreal Engine 3, kwam te vervallen.
Lekker gaan
Als we Gears of War 4 spelen, komen we tot de conclusie dat weinig, eigenlijk vrijwel niets, fris aanvoelt ten opzichte van Gears of War 3. We komen ook tot een andere conclusie: Gears of War 4 is tegen en met anderen nog altijd een heel goede third person-shooter. De multiplayer is leuk, erg leuk. Het heeft niet de diepgang van Rainbow Six Siege of de snelheid van Call of Duty, maar het is wel het type shooter waarin je, even kort door de bocht, erg lekker kunt gaan.
Neem Dodgeball, een nieuwe modus waarin je nooit écht af bent. Ga je dood, dan kun je enkel respawnen als je teamgenoten een tegenstander doodschieten. Net als in het trefbal, inderdaad. Zo kan het verkeren dat een vijf versus één-situatie wordt omgebogen naar een nul versus vijf-overwinning. Dat zijn de momenten die online shooters voor iedereen – van pro’s tot aan beginners – vermakelijk moeten maken.
De maps zijn gemaakt door Splash Damage en de drie maps die wij speelden waren goed. De framerate (60 fps) is goed. Grafisch is de game goed. De multiplayer en de semi-tactische gameplay zijn goed. En de ontploffende hoofden en bloederige executies, die zijn ook nog steeds goed. Alles is veilig in de handen van The Coalition, lijkt het. Afhankelijk van hoe je ernaar kijkt, kan dat zowel negatief of positief zijn.
Gears of War 4 komt op 11 oktober uit op Xbox One.