Gemiddelde vraagprijs voor videokaarten neemt langzaam af

De data in kwestie is afkomstig van Hardware.info en betrekt vrijwel alle soorten gpu's van zowel Nvidia's als AMD's meest recente twee generaties. De gemiddelde vraagprijs per gpu werd per maand berekend en tegenover zowel de voorgaande maand als de respectievelijke adviesprijs gezet. 

Zo is duidelijk te zien dat Nvidia-kaarten in februari lichtjes afnemen in gemiddelde vraagprijs. De grootste dalers komen uit Nvidia's voorgaande RTX 30-generatie (Ampere), maar ook de drie relatief nieuwe RTX 40-kaarten (Ada Lovelace) maken hun eerste prijsdaling mee. Gemiddeld genomen verschilt de vraagprijs inmiddels niet veel meer van Nvidia's adviezen: de verkoopbedragen liggen nog maar 0,3 procent hoger. 

De kaarten uit het groene kamp kosten in veel gevallen nog altijd een tik meer dan hun respectievelijke richtprijzen, afgezien van uitschieters als de RTX 3090 Ti. Ook internationaal zagen we dat terug, toen Galax recentelijk nog een 'uitverkoop' startte van de ruim twee jaar oude RTX 3080 (10 GB), voor nota bene de oorspronkelijke adviesprijs. 

Net zoals het geval was tijdens de chiptekorten van voorgaande jaren, is het AMD waar de grootste prijsdaling merkbaar is. Het nieuwste RDNA3-vlaggenschip, de RX 7900 XTX, daalde in februari gemiddeld 14,4 procent in prijs. De iets zwakkere RX 7900 XT zakte minder diep in prijs, maar werd sowieso al niet bijster veel duurder aangeboden dan AMD zelf ooit voor ogen had: gemiddeld wordt nu 977 euro gevraagd, tegenover AMD's eigen voorstel van 1.049 euro.

In het rode kamp kelderen vooral de vorige reeks gpu's sneller in prijs. De prijskoers zat al in een neerwaartse trend, maar duikt nu nog dieper onder AMD's adviesprijzen. Legio RX 6000-kaarten (RDNA 2) kosten gemiddeld 20 procent minder dan de officiële richtprijs. Zo zijn RX 6600-instapmodellen te verkrijgen voor iets meer dan 250 euro; een voorgaand topmodel als de RX 6950 XT kost gemiddeld net iets minder dan duizend euro.

De koers voor videokaartprijzen gaat desalniettemin de goede kant op, voor in ieder geval de doorsnee consument. Videokaarten kosten anno 2023 nog altijd meer dan ze een aantal jaar terug deden, maar de prijsinflatie is inmiddels al lang niet meer te vergelijken met de absurde vraagprijzen en slechte bevoorrading van anderhalf jaar geleden, ten tijde van mondiale chiptekorten en pandemische consequenties.