Het Star Wars-jargon impliceert al een beetje wat we van Fighter Squadron kunnen verwachten. In het speltype nemen twee teams van elk tien spelers het tegen elkaar op in de lucht. Ja, ook Battlefront kent net als de eerdere titels in de serie luchtgevechten, maar een gedeelte van die combat is opgehangen aan een speciale modus. Of, specifieker, aan een twintigtal X-Wings, A-Wings, Tie Fighters en Tie Interceptors, die het in een grote map uitvechten tot het limiet van 1000-of-wat punten.
De usual suspects zijn in Fighter Squadron niet de enige die zich een baan door het luchtledige scheren. Ten eerste omdat er ook een heleboel Tie Fighters en X-Wings meevliegen die worden bestuurd door de computer, ten tweede omdat nét boven de grondoppervlakte heel af en toe power-up’s liggen waarmee spelers plaats kunnen nemen in een krachtig slagschip. Zo zie je soms ook de Millennium Falcon het luchtruim beroeren.
Procesmatig
Het schieten en vliegen doe je echter vooral met de standaardjets. En die zijn inderdaad standaard. We spelen op de PlayStation 4. Met de R1-knop schieten we raketten af, met R2 vuren we laserkogels. Tot die twee opties blijft ons wapenarsenaal beperkt. De kunst van het raakschieten zit ‘m vervolgens in het ‘locken’ op de tegenstander voor je, maar echt talent komt daar niet bij kijken, want het proces is relatief eenvoudig.
Dat proces gaat als volgt: door L2 in te houden, kunnen we locken op ons doelwit en onze (geleide) raketten of kogels af vuren. Tegenstanders beschikken niet over mogelijkheden om aan een geleide raket te ontsnappen. Veel AI-tegenstanders schieten we zo eenvoudig uit de lucht. Zo leggen we tien tegenstanders achter elkaar om. In alle eerlijkheid: op dat moment wist de speelse ie ons behoorlijk te vervelen.
Veel meer spanning en sensatie komt kijken bij de dog fights tu en speler en speler. Terwijl we de X-Wing van een van de ontwikkelaar in het vizier hebben, scheren we over de aardoppervlakte en begeleiden we onze duikelende Tie Fighter met verve langs gebouwen en andere eenheden in de lucht. Zeker vanuit de indrukwekkende cockpitview is zo’n duel enerverend, al dan niet mi elijkmakend vanwege alle duikvluchten en loopings.
Uiterst basaal
Dat is wat Fighter Squadron is: knallen of neergeknald worden. Heel veel meer komt er niet bij de luchtgevechten kijken en dat is wel een beetje jammer, vinden we. Wie Battlefront 2 heeft gespeeld weet dat met name de space battles echt heel enerverend waren. In Battlefront voelt Fighter Squadron te veel als een Team Deathmatch-modus met uiterst basale vliegtuigjes.
Het lijkt bijna alsof DICE zelf ook niet echt weet hoe de Zweedse ontwikkelaar de modus nog intere anter kan maken. Zo komt er af en toe een transportschip voorbijvliegen van zowel de Rebel- als Imperial-zijde, die je als tegenstander kapot moet knallen, maar het is niet alsof dat spelelement breekt met de rest van de modus: vliegen, locken en het overhalen van de trigger.
Wat je als Star Wars-fanaat en ambitieuze gamer eigenlijk wilt, is dat de dog fights tu en X-Wings en Tie-Fighters worden gecombineerd met de gevechten van eenheden op de grond. In Battlefield heb je ook straaljagers én tanks in een map. Gelukkig is die mengelmoes tu en lucht- en grondgevechten mogelijk in Battlefront, maar dan wel enkel op een veel kleinere schaal dan in Fighter Squadron.
Concluderend is dat het gevoel dat Fighter Squadron achterlaat: het is wel leuk, maar er blijft zoveel potentie onbenut dat de modus geen uitwisbare indruk heeft achtergelaten. Het schieten op X-Wings of Tie Fighters ziet er bovenal indrukwekkend uit door alle vonkjes en andere particle effects, maar als de Star Wars-licentie zou vervallen, is de kans groot dat Fighter Squadron een nog mindere indruk zou hebben achtergelaten.
Star Wars Battlefront is vanaf 20 november verkrijgbaar voor pc, Xbox One en PlayStation 4.