De eerste Project Cars maakte – als gecrowdfunde en zelfs deels gecrowdsourcede titel – indruk, met zijn verfijnde simulatierijgedrag, zeer brede circuitselectie en algemene racebeleving. De grootste kritiekpunten zaten ‘m vooral in afwerking: de talloze bugs werden maar deels weggewerkt en voor beginnende spelers was de instapdrempel behoorlijk hoog.
Al bij de eerste kennismaking met de sequel afgelopen februari viel op dat de ontwikkeling nu een stuk beter verloopt. En in enkele uurtjes die we onlangs met een bijna afgeronde versie konden spelen, kwamen we nauwelijks tot geen technische foutjes tegen. Bovendien wordt er meer rekening gehouden met ‘rookies’, zowel in de vorm van betere controllerondersteuning, zodat een racestuurtje geen vereiste meer moet zijn om enigszins lekker te kunnen sturen, en minder complexe menu-interface.
Glijerig
Dat ook aan de physics gesleuteld is, is vooral te merken achter het stuur van reguliere productieauto’s. Waar die in het eerste deel soms overdreven log en glijerig konden voelen, is daar nu een stuk beter mee te rijden. De feedback bij het sturen, gas geven en vooral remmen is verfijnder, waardoor je zelfs iets gemakkelijker sierlijk kunt driften. Al met al geeft het rijgedrag meer vertrouwen, waardoor je sneller durft te pushen zonder de angst dat je opeens genadeloos naast de baan belandt.
Verder klopt ontwikkelaar Slightly Mad Studios zich vooral op de borst met het zogeheten Livetrack 3.0, oftewel het systeem dat een dynamische dag- en nachtcyclus, veranderende weersomstandigheden én evolutie van de baan (zoals plasjes water en het gripniveau) bepaalt. Vooral daarmee lijkt men zich te willen onderscheiden van concurrenten als A etto Corsa en iRacing, die qua physics vooralsnog respectievelijk een klein en een behoorlijk maatje groter zijn.
Ook de carrièrestand moet voor meer vermaak zorgen. Wederom zijn er verschillende soorten coureursloopbanen (in onder meer formuleauto’s, de sportwagenracerij en nu ook rallycro ), met als noviteit dat je nu ook fabriekscoureur van een bepaald automerk kunt worden. Ook beloven de ontwikkelaars mogelijkheden om zowel ingekorte als langere seizoenen te racen. Toch zal de singleplayergameplay de tweede viool spelen: Slightly Mad heeft er geen geheim van gemaakt dat Project Cars 2 een serieuze e-sportstitel moet worden, onder meer dankzij uitgebreide online hosting-opties, nieuwe livestreamfeatures en een matchmakingsysteem met heuse virtuele racelicenties.
Gunstig
Ook dit tweede deel houdt vast aan het credo 'de auto’s waar je toch niet in rijdt, zitten er niet in.’ Dat resulteert in zo’n honderdtachtig modellen, inclusief zeer recente exemplaren. Bovendien zijn ditmaal merken als Ferrari en Porsche aanwezig, evenals een bepaald ander exotisch merk dat we nog niet mogen noemen. Ook de veertig verschillende circuits (nog afgezien van lay-outvariaties) stemmen gunstig. Voor de echte autosportliefhebbers zijn nieuwe features zoals een volledige pitcrew, het moeten respecteren van pitstraatregels en een volledige startprocedure inclusief opwarmronde niet alleen tof, maar ook nuttig om (online-)competities in goede banen te leiden.
Ondanks de hevige concurrentie binnen het racegenre dit najaar geven we Project Cars 2 goede kansen. Als totaalpakket lijkt het de beste papieren te hebben om als sterkste uit de bus te rollen – vooral door goed voort te borduren op een al indrukwekkend, maar slordig afgewerkt origineel.
Project Cars 2 is vanaf 22 september beschikbaar voor PlayStation 4, Xbox One en pc