De glorieuze begindagen van Colin McRae Rally liggen alweer zo’n twintig jaar achter ons, maar resoneren nog altijd binnen de internationale racegamecommunity – mede door het tragische overlijden van de naamgevende Schotse rallylegende in 2007. Daarom is het jammer dat sequelreeks Dirt dat stokje nooit helemaal wist over te nemen door een combinatie van factoren, waaronder het feit dat ontwikkelaar-uitgever Codemasters zelf niet echt wist waar het naartoe moest.
Gelukkig mocht een klein clubje rallyfanaten binnen de partij zo’n drie jaar geleden aan de slag met Dirt Rally – een veel realistischere take op het autosportgenre, waarin de bruutheid van rallysport zowel in rijgedrag als in beleving uitstekend uit de verf kwam. Logischerwijs miste het wel de toegankelijkheid die Colin McRae Rally ooit zo populair maakte.
Anders
Dus kunnen we deze zomer aan de slag met Dirt 4: een volwaardig nieuw deel in de reeks dat de toegankelijke actie van voorheen poogt te combineren met de bruutheid van Dirt Rally. Geen gemakkelijke opgave, al hebben titels als Forza Motorsport al laten zien dat het wel degelijk mogelijk is. In de eerste plaats door spelers te laten kiezen uit verschillende rijhulpsystemen en zelfs een compleet ander model voor het rijgedrag.
Ook inhoudelijk wordt meer dan in recente jaren rekening gehouden met de uiteenlopende voorkeuren van gamers. Net als in Dirt 3 uit 2011 gaan we niet alleen aan de slag met rallyauto’s op nauwe, stoffige paden, maar kan er ook direct tegen opponenten geracet worden in rallycro wagens, diverse soorten buggies en zelfs monsterlijke pickup-trucks.
In onze eerste hands-on-se ie valt op hoe al deze voertuigen daadwerkelijk verschillend reageren afhankelijk van je voorkeursinstellingen. Alles wagens zijn prima te besturen met de toegankelijke insteek, maar vormen een echte uitdaging voor gevorderden. Vooral de trucks zijn een echte uitdaging voor doorgewinterde racegamers, die zichzelf flink in het zweet kunnen werken achter een racestuurtje om zo snel mogelijk over de ‘dirt tracks’ te sjezen in bijvoorbeeld het zonovergoten Baja California.
Willekeurig
Het meest benieuwd zijn we naar de grote nieuwe feature van de game: een generator voor rallyproeven. Je geeft simpelweg aan hoe lang en complex je wilt dat een route wordt, en krijgt prompt een telkens volledig nieuw parkoers voorgeschoteld. Juist zo’n element moet de game op de lange termijn een flinke boost geven.
Verder kun je ‘zoals vanouds’ je eigen team opzetten en tu en het serieuze sturen door jezelf ook lekker uitleven op een uitgebreid open terrein, om eens lekker te gooien en smijten. Op dat soort momenten leer je niet alleen de mogelijkheden en grenzen van je auto kennen, maar doe je ook nog eens een hoop wagenbeheersing op. Met het gevoel voor snelheid en controle lijkt het wel snor te zitten in deze game.
Ook in algemene presentatie maakt Dirt 4 in z’n bijna voltooide fase een strakke indruk. Gelikte, zij het ietwat complexe menu’s en een fijne opzwepende soundtrack brengen ons gelijk in de stemming. Belangrijker nog: de ‘dudepro’-stijl die menig eerdere Dirt-game plaagde (bedoeld om het Amerikaanse publiek meer aan te spreken maar vooral de veroorzaker van ridiculisering) is in geen velden of wegen te bekennen. Gewoon lekker rijden zonder te veel gelul. Zo zou Colin McRae het ook graag gewild hebben.
Dirt 4 verschijnt op 9 juni voor de pc, PlayStation 4 en Xbox One.