In zijn jonge leven heeft de Ouya al aardig wat negativiteit over zich heen gekregen. Los van het apparaat zelf, dat volgens ons “prima als Android-spelcomputer” te gebruiken is, wisten de consolemakers zowel gamers als ontwikkelaars de kast op te krijgen door het apparaat te laat te leveren aan de mensen die er het eerst in geloofden, op YouTube te plaatsen, om deze er vervolgens weer af te halen en nu via het ‘Free The Games Fund’, een initiatief dat gewoon uitnodigt tot schimmige investeringen.
Gratis geld, slechte respons
Net als het idee voor de Ouya zelf, is het idee van het Free The Games Fund op zijn minst opvallend te noemen. Om het gebrek aan kwalitatief sterke titels op te vullen en de console een competitief voordeel te geven, besloot Ouya in juli om een fonds op te richten dat het bedrag verdubbelt dat een indie-ontwikkelaar ophaalt op Kickstarter in ruil voor zes maanden exclusiviteit. De ontwikkelaar moet hierbij wel minimaal 50,000 dollar binnen weten te harken en het spel natuurlijk voor de Ouya ontwikkelen.
So far, so good, zou je kunnen zeggen. Het fonds klinkt als een nobele manier om onafhankelijke ontwikkelaars te steunen en tegelijkertijd de line-up van de Ouya een broodnodige boost te geven. Al snel bleken enkele titels meer dan 50,000 dollar op Kickstarter opgehaald te hebben en zich aangemeld te hebben voor het fonds. Dit leek positief, maar werd allemaal wat verdachter toen de twee spellen Elementary, My Dear Holmes! en Gridiron Thunder binnen korte tijd wel zeer grote bedragen door Kickstarter-gebruikers toegezegd kregen.
Zo sloot Gridiron Thunder zijn Kickstarter-rondje af met een bedrag van 171,009 dollar, toegezegd door 187 mensen: een gemiddelde van 934,48 dollar per contributie. Een aanzienlijk bedrag, gezien geen enkel spel volgens Joystiq de laatste maanden in de buurt van een dergelijke gemiddelde contributie kwam. Bij het Kickstarter-proces van Elementary, My Dear Holmes! ontstond eenzelfde situatie. Het wantrouwen werd gevoed doordat veel van de backers zich speciaal voor die specificieke campagnes geregistreerd leken te hebben, het daadwerkelijk toegezegde bedrag verborgen hielden en foto’s van bekendheden als profielfoto gebruikten. Dit alles leidde er toe dat zowel gamers als ontwikkelaars het gevoel kregen dat het Free The Games Fund vooral werd gebruikt om op een slinkse manier snel aan geld te komen.
Bij het horen van de ophef trok Elementary-ontwikkelaar Sam Chandola onmiddellijk aan de bel: “Toen de ophef tegen Elementary, My Dear Holmes! ontstond, hebben we contact gezocht met Kickstarter en Amazon (eigenaar van het Crowdfund-platform) en ze gevraagd om de accounts te onderzoeken en actie te ondernemen waar nodig. We wilden er achterkomen wat er aan de hand was en ons distantiëren van wat er gebeurde, gezien het een zeer negatieve campagne voor ons was.”
Waar de ontwikkelaar er meteen bovenop zat, liet een reactie van Ouya-baas Julie Uhrman even op zich wachten. Uiteindelijk reageerde het bedrijf via een blogpost op hun website, waarin het betreurt dat de originele intentie van het project lijkt “verloren te zijn gegaan”, maar verder geen maatregelen gaat nemen om het Free The Games Fund in zijn huidige vorm aan te pa en of stop te zetten.
Naiëf, maar positief
Vooral de apathie van Ouya bleek een doorn in het oog van indie-ontwikkelaars. Sophie Houlden trok uit boosheid haar spel Rose and Time van Ouya’s gamesmarkt en is fel in haar bewoording betreft de attitude van de mensen achter Ouya: “Het is hun onbekwaamheid om toe te geven dat ze er een potje van hebben gemaakt. Het gaat mis aan alle kanten, elk stuk pr dat ze eruit gooien beschadigt Ouya’s reputatie meer, en de plastic marketing glimlach blijft maar op het gezicht gebrand staan. Ze gaan nooit serieus om met dingen.”
Ook ontwikkelaar Mike Bithell, de man achter Thomas Was Alone, heeft moeite met de reactie van Uhrman en geeft aan dat er geen enkele acceptatie van kritiek te bespeuren is in de blogpost. “Het leest als een persbericht van een console-bedrijf opgesloten in een dwaas beleid en gebruikmakend van aspirerende taal die de schuld, vreemd genoeg, verschuift naar de criticasters.”
Hoewel het verhaal in de Nederlandse game-industrie minder speelt, worden de ontwikkelingen rond de Ouya wel gevolgd. Zo vertelt Tomas Sala van Little Chicken (Aviation Empire), die het hele Free the Games Fund-initiatief vooral wat ‘naïef’ noemt, aan Gamer.nl: “Het verhaal is wat ver van ons bed, omdat het lastig is voor Nederlandse ontwikkelaars om op Kickstarter te komen. Maar het is natuurlijk een beetje een schot voor open doel voor kwaadwillende bedrijven”.
Sala, die op het moment werkt aan Oberon’s Court, een 3D RTS-game die hij zelf best in de toekomst op Ouya ziet lopen, vindt het idee wel mooi en vindt ook dat Ouya er gewoon mee door moet gaan. “Subsidies krijgen in Nederland is bijvoorbeeld heel moeilijk, en als zij geld willen steken in indie-games en ontwikkelaars op deze manier gesteund kunnen worden, dan is dat enorm positief.”
Toekomst voor de Ouya
Ondanks de commotie loopt het Free The Games Fund dus vrolijk door en zijn meerdere games in de race om hun opgehaalde bedrag verdubbeld zien te worden. Of hier potentiële topgames tu en zitten die de Ouya zo hard nodig heeft, is afwachten. Dat het sinds de lancering van het apparaat veel goodwill verloren heeft bij onafhankelijke ontwikkelaars en gamers is duidelijk.
Hoewel Ouya de oren niet laat hangen naar criticasters van het Free The Games Fund en de schuld van het mogelijke falen zelfs deels naar de negatieve attitude van de ontwikkelaars schuift, is een strakker beleid en een meer begripvolle manier van communiceren naar indie-ontwikkelaars hard nodig. Toch is het niet uitgesloten dat het Free The Games Fund alsnog uitgroeit tot een succes. Er hoeft maar een creatieve ontwikkelaar te zijn die met behulp van het extra geld een goede game weet af te leveren die de Ouya een boost kan geven.
Het apparaat zelf is namelijk zo slecht nog niet, vindt een enthousiaste Sala, die kansen ziet om het apparaat in klaslokalen te gebruiken: “Je kunt full-screen gamen, ontwikkelen voor Android gaat soepel, en het is lekker fris in een tijd waarin we ook een beetje Apple-moe worden.”